Vrij Nederland, 18 juni 2014
Als een oplettende voorbijganger bij de Hoornse Plas aan de rand van Groningen het blonde meisje herkent van de opsporingsfoto, aarzelt hij geen moment. Hij belt de politie, start zijn motor en rijdt de auto achterna waarin hij de vermiste Sterre zag zitten naast een kale man van in de veertig. Op het moment dat agenten even later Frank R. aanhouden, hebben ze geen idee dat ze een eind hebben gemaakt aan de grootste groomingzaak die Nederland ooit kende. Dat Frank een online kinderlokker is die zeker twaalf jaar lang zijn gang kon gaan op chatsites – het fietsenhok van de eenentwintigste eeuw. Het Openbaar Ministerie eiste tien jaar en tbs tegen hem. Op 3 juli doet de rechtbank uitspraak.
Sterre zou bij een vriendin slapen. Althans: dat had ze tegen haar moeder gezegd. Nagels lakken, kletsen. Film kijken. Meidendingen doen. Maar haar moeder belde naar de vriendin, die van niets wist. Moeders volgende telefoontje ging naar de politie. Die sloeg alarm.
In werkelijkheid zat het meisje bij Frank R, een paar honderd kilometer verderop. Ze had al vaker met hem afgesproken. Op de beelden die hij tijdens zo’n ontmoeting maakte is ze te zien, vastgebonden, met duct tape over haar ogen. Een dildo in haar mond, eentje in haar vagina. Wasknijpers op haar schaamlippen. Ze kokhalst. Frank R. zegt: ‘Ontspan die kut.’ Sterre protesteert: ‘Nee, nee, ik wil niet. Hij moet eruit. Het doet pijn.’ ‘Stel je niet zo aan’, zegt hij.
Na een van die afspraakjes had ze had hem nog een Whatsappje gestuurd. ‘Vond het leuk, zonet.’
Sterre is twaalf.
Het lijkt zo overzichtelijk: gemene man sleurt weerloos meisje mee en doet slechte dingen met haar. Maar tijdens de vier dagen durende rechtszaak ontstaat een ongemakkelijk beeld, ontregelend ook. De dagvaarding liegt er niet om: verkrachting, grooming, het aanzetten tot ontuchtige handelingen – dit alles met minderjarige, zeer jonge meisjes. Maar diezelfde meisjes noemen hem ‘lief’. Zorgzaam.
Hoe het precies begon, vraagt de rechter de 49-jarige man uit Cuijk met het pokdalige gezicht en het glazen oog. Hij zit een beetje ineengedoken. In zijn rechteroor bungelt een gouden ring. Een piercing onder zijn lip.
Ja, jeetje. Hoe begon het?
Eigenlijk was hij altijd al een loner.
Het ongeluk hielp niet. Hij was vijftien toen er iets misging bij een spel, iets met een pijltje, het kostte hem zijn oog. Frank liep weg van huis, met zijn moeder en stiefvader had hij weinig, die hielden hem ‘veel te strak’. Hij ging in een internaat wonen, volgde een opleiding, vond een baan, ging samenwonen. Kreeg een dochter.
‘In die relatie ging ik ook een beetje mijn eigen gang’, zegt hij voor de rechtbank. Hij kon maar slecht omgaan met de beperking van zijn dochter, die PDD-NOS heeft. Hij trok zich terug, bemoeide zich weinig met de opvoeding, wat weer spanningen gaf in de relatie. Die strandde, en R. verhuisde naar Cuijk. Hij begon voor zichzelf als gevelreiniger.
Drank was altijd al een zwakke plek, zegt hij, maar echt problematisch werd het pas toen hij alleen ging wonen. In 2005 knalde hij met z’n dronken kop bovenop een geparkeerde auto en verloor hij zijn rijbewijs. Zonder auto kon hij zijn werk niet meer goed doen, hij raakte in een depressie en ging nog meer drinken.
Ergens in die tijd kroop hij meer en meer in zijn computer.
Had u geen vrienden, wil de rechter weten? Familie? Kennissen? ‘Had u hobby’s buiten de deur? Voetballen? Muziek? Schaken?’
‘Nee’, zegt Frank.
Hij had echte aandacht
Wat hij precies op die sites zocht, in het allereerste begin, wordt niet echt duidelijk. Misschien zag hij hierin een veilige manier om contacten te leggen. Maar al snel bracht hij veel tijd op chatsites door. Steeds meer. En daar zaten ook mooie jonge meisjes.
Frank bedacht valse namen. Noemde zich Nick of Tom, zei dat hij achttien of zo was, plukte ergens een foto vandaan die hij als profielfoto gebruikte – een foto van een knappe jongen – sixpack, glimmend kort sportbroekje, languit liggend op een bank. Soms deed hij zich voor als meisje.
‘Ik had er gisteren eentje van elf’, zal de politie later lezen in een chatgesprek tussen Frank en kennis Michiel. ‘Als meisje?’, vraagt Frank. ‘Ja’, antwoordt Michiel, ‘dat werkt vaak het beste.’ ‘Klopt’, zegt Frank. ‘Dan durven ze meer.’
Zijn werkwijze is altijd dezelfde. Hij zoekt een mooi meisje, knoopt een gesprek met haar aan. Dat gaat niet metéén over geil zijn – ‘daar investeer je tijd in’, zegt Frank hier zelf over. Soms chatten ze maanden voor zo’n meisje voor hem uit de kleren gaat. Dit lijkt precies zijn succesfactor, getuige veel verklaringen die de meisjes aflegden bij de politieverhoren. Was hij meteen begonnen met oneerbare voorstellen, dan was de laptop vermoedelijk dichtgeklapt, het contact verbroken. Maar in de maanden waarin hij hun band opbouwde, raakten de meisjes langzaam verslaafd aan Franks mooie woorden. En wie verslaafd is, afhankelijk, kan ver gaan om aan zijn ‘fix’ te komen.
‘Het voelde vertrouwd’, zeggen ze. ‘We hadden fijne, lange gesprekken gevoerd.’ ‘Hij had échte aandacht, hij luisterde naar me.’ ‘Ik was verliefd op hem geworden.’ ‘Hij was de enige met wie ik kon praten.’
Als je dan een jong meisje bent, in die leeftijd waarop je experimenteert en grenzen opzoekt, volop in je seksuele ontwikkeling, en die hunk met dat goddelijke lijf en dat luisterend oor vraagt of je je borsten wil laten zien voor de webcam – is het dan raar dat je dat doet?
Franks verzoekjes worden heftiger. Hij vraagt de meisjes zichzelf te betasten. Sommigen weten nog niet eens wat vingeren is, maar ‘Tom’ of ‘Nick’ legt graag uit hoe het werkt. Als hij vingers niet meer spannend genoeg vindt, volgen vibrators, deodorantbussen, de steel van een haarborstel. Komkommers. Hij vraagt de meisjes te plassen en hun urine op te drinken. Er gebeuren dingen met dieren.
Hij dramde, zeggen de meisjes. Soms gaven ze hem maar zijn zin om van het gezeur af te zijn. In de filmpjes is het ook te horen: kom op nou, zegt Frank, toe nou. Een meisje zei: ‘als je toegaf was je er met een halfuurtje vanaf. Anders bleef hij de hele dag zeuren.’
Vaak geeft hij na een tijdje chatten toe dat hij eigenlijk Frank heet en ouder is. Soms zegt hij eerst dat hij in de dertig is, soms ook geeft hij meteen zijn echte leeftijd.
Nooit gebeurt er iets onder dwang, zegt Frank, alles is vrijwillig. Ook met het twaalfjarige meisje dat hij vastbond – kom op, zegt hij, ze hadden het er van tevoren over gehad. Hele gesprekken hadden ze gevoerd over slaafjes, bondage, over genieten van pijn. En ze zei toch zelf achteraf dat ze het leuk vond?
Maar hoe zat het dan met de dreigingen die de rechters teruglazen in de verklaringen? Volgens de meisjes dreigde Frank filmpjes en foto’s te verspreiden. Om langs te komen, hun ouders te vertellen waar hun dochter mee bezig was. Soms liet hij de vaste telefoon overgaan, in woonkamers waar ouders, broers en zusjes nietsvermoedend tv zaten te kijken. En dan ging er boven op een slaapkamer voor een webcam tóch weer een broekje uit.
R durft niet met zekerheid te zeggen dat het zo ging. Maar de rechtbankvoorzitter houdt hem een chat met de zus van een van de aangeefsters voor.
‘Ik heb morgen leuke foto’s van je zusje, de jongens uit haar klas willen ze ook wel. Dat wordt lachen, ze krijgt een moeilijke tijd op school.’
Frank: ‘Als het daar staat, is dat gesprek gevoerd. Dan is dat is heel erg.’
‘Dacht u nooit: dit is fout, ik moet hiermee stoppen?’, wil de rechter weten.
Ja hoor, zegt Frank. ‘Maar de drang was te groot. Ik kon er gewoon niet mee ophouden.’
‘Is het een verslaving?’
‘Ik denk het wel’, zegt Frank. ‘Een soort ziekte.’
Hij gaf me beltegoed
In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen hands-off en hands-on zaken – met de eerste bleef het bij webcamseks, waarbij Frank zelf overigens niet voor de camera verscheen. Hij zei dat zijn webcam stuk was, of dat hij er geen had. Met meisjes uit de tweede categorie had hij echte seks. Ze zochten hem thuis op of spraken af in hotels. Soms deden ze het in zijn auto.
Waarom pakten die laatste meisjes niet meteen de eerste trein terug als ze Frank zagen, kwamen ze soms zelfs terug na de eerste ontmoeting? Frank, spichtig tiepje, eczeem, en dan dat oog – is nou niet bepaald een adonis die tienerharten sneller laat kloppen. ‘Zijn uiterlijk viel me tegen’, zegt een meisje. ‘Maar ik was verliefd – op Tom.’ Een ander vertelt dat ze schrok. ‘Maar het gevoel was toen al zo diep dat het in stand bleef.’
‘We zien dit terug in meer zaken’, zegt de rechter: er was een lange aanlooptijd, een chathistorie. ‘Het contact voelde vertrouwd. Kennelijk werd het toen heel moeilijk om meteen te reageren.’
De meisjes verklaren: ‘We gingen boodschappen doen, ik mocht kiezen wat ik wilde. Thuis mocht ik dat niet.’ ‘Hij betaalde alles: eten, mijn treinkaartje. Hij gaf me beltegoed.’ ‘Ik vond het zielig als hij voor niks dat hele stuk had gereden.’ ‘Ik was eenzaam. Ik had verder niemand om mee te praten.’
Een meisje zegt: ‘Ik was onzeker, over mijn lichaam, over alles, en hij maakte het gezellig, haalde wat lekkers in huis. Ik dacht: ‘Nu kan ik wél een keer chips eten en cola drinken met iemand die zegt dat ik mooi ben. Ik vond dat hij moeite voor me deed. Voor wat hoort wat.’
Soms bood hij de meisjes ook geld. ‘Ik hád niet zo’n mooie telefoon als de rest van mijn klas’, zegt er eentje. En: ‘Als ik hem aftrok kreeg ik vijftig euro extra.’
In eerste instantie was het hem te doen om de webcamseks, zegt Frank. Maar met sommige meisjes ontstond een band. Hij zegt over één van hen: ‘Ik vond het fijn om voor haar te zorgen. Om te zien dat ze haar ei bij me kwijt kon. Het ging me heus niet alleen om de seks.’
Neem nou Carolien. Met haar had hij naar eigen zeggen de meest intense band van allemaal.
Frank haalde haar van de trein. Carolien had nog geen seksuele ervaring en wilde daarmee wachten, zo zei ze tegen hem. ‘Maar hij begon aan me te zitten. Hij vroeg me zijn geslachtsdeel aan te raken. Dat vond ik vet raar.’
Ze hadden orale seks. Er was penetratie. Hij gebruikte geen voorbehoedsmiddel. Ik wilde het eigenlijk niet, zegt ze. ‘Maar hij was heel lief voor me.’
Na die eerste keer werd de seks ruiger. De rechter somt de handelingen in detail op, Frank raakt geïrriteerd, zoals wel vaker als er expliciet wordt gesproken over wat ze deden, of als er fragmenten uit de sekschats worden voorgelezen.
‘De rare dingen vond ik niet leuk’, zegt Carolien. Meestal hield hij meteen op als ze zei dat het pijn deed, zo vertelde ze de politie, maar één keer niet, bij anale seks. ‘Maar ik had het ervoor over om hem een goed gevoel te geven.’
Ze zegt: ‘Achteraf denk ik dat hij alleen seks wilde. Maar op dat moment dacht ik echt dat we een relatie hadden.’ Voor Frank R voelde dat ook zo, zegt hij. In de tijd dat hij ‘met haar was’, zat hij minder op chatsites. ‘Met haar duurde het ook langer. Het was intenser.’
De rechter: ‘Zag u een toekomst met haar?’
Frank R: ‘Dat niet. Maar ik vond het fijn met haar. Ik wilde het graag zo houden.’
Ze deden leuke dingen, ze hadden seks, maakten soms ruzie, vertelt hij – inderdaad, net een normale relatie. Na een maandje of wat werd hij jaloers. Als ze zei dat ze moest leren, en hij heus wel zag dat ze ‘stiekem’ online was. Dan schold hij haar uit, noemde hij haar een slet en een hoer. ‘Eerlijk gezegd werd ik gewoon bezitterig. Ik had het gevoel dat ik haar begon kwijt te raken, en ik probeerde krampachtig om haar vast te houden.’
Toen Carolien een vriendje kreeg, bleef R. haar berichten sturen, haar broer merkte soms dat ze overstuur raakte als haar telefoon piepte. ‘Zij heeft mij meer lastiggevallen dan ik haar’, pareert Frank R.
‘Ik heb altijd in mijn achterhoofd gehouden dat ze aangifte zou doen’, zegt hij.
De rechter: ‘Heeft u wel eens gedacht: ze is vijftien, ik moet hiermee kappen?’
Stilte.
Was u verliefd op haar?
‘Ja.’
Hij dwong ze toch niet?
De zoete woorden staan in keihard contrast met de gesprekken die Frank R. over zijn meisjes voerde met kennissen op de chat. Zo is er de eerdergenoemde Michiel, maar ook een zekere Simon.
Kost dat nou, vraagt Michiel. ‘Valt mee’, zegt Frank. ‘Een treinkaartje, Chinees. Ik leg ze in de watten en krijg er genoeg voor terug.’
Michiel: ‘Een hoer is goedkoper.’
Frank: ‘Ja, maar ook minder spannend.’
Of die andere keer als ze hun contacten bespreken. Zoals Michiel die het over zijn elfjarige verovering heeft. Dat ze pas elf is en dan al zo geil, merkt Simon op. ‘Ja’, zegt Michiel, ‘en dan hard neuken.’ ‘Haha’, antwoordt Frank R. Michiel vervolgt: ‘Het bloed nog aan je pik.’
R zit er onbewogen bij terwijl de rechter de chats voorleest.
Grootspraak, zegt hij. ‘Het gaat sowieso over grenzen. Maar vaak was het gewoon stoerdoenerij. En als u alles heeft gelezen, heeft u ook kunnen zien dat ik er niet altijd in meeging.’
Rechter: ‘Maar u praat zo over meisjes van élf!’
Stilte.
Frank haalt uit. De meisjes die aangifte tegen hem deden, waren heus niet altijd zo onschuldig als ze zich hielden, laat hij doorschemeren als de aangiften één voor één worden doorgenomen. Voor sommigen was hij al de zoveelste voor wie ze dingen deden – voor de webcam of in het echt. Vaak, zegt hij, logen ze zelf ook over hun leeftijd, zeiden ze dat ze ouder waren. Eén aangeefster, Daisy, was volgens hem de enige die ‘een eerlijke aangifte’ deed. ‘Zij vertelt ook dingen die in haar nadeel zijn.’ De rest, kortom, probeert haar eigen straatje schoon te vegen. Als ze niet wilden, waarom deden ze het dan? Hij dwong ze toch niet? Sterker, zegt hij: Sterre, het twaalfjarige meisje dat bij hem in de auto werd aangetroffen bij zijn aanhouding, werd zelfs boos toen hij haar naar huis wilde brengen. ‘Dáárom gingen we nog even naar de Hoornse Plas.’
Natuurlijk experimenteren jongeren, zegt de officier van justitie. Maar deze meisjes waren zó jong dat ze de gevolgen van hun handelen nog niet konden overzien. Daarom is het volgens haar des te erger dat R. juist deze jonge kinderen uitzocht, nog bereid te experimenteren. ‘U maakte misbruik van hun vertrouwen.’
Ik ben egoïstisch geweest
Wie zijn de meisjes?
Opvallend veel dochters van gescheiden ouders, of ouders die in scheiding lagen. Ze hadden problemen thuis, vaak ook op school. Sommigen werden gepest, een meisje was al eens in de val van loverboys gelopen. Eén meisje was zwanger geweest en had een abortus gehad.
Allemaal waren ze onzeker. Eenzaam.
In eerste instantie ontstaat in de media het beeld van een online kinderlokker, maar tijdens de zitting blijkt dat zijn modus operandi meer lijkt op die van een loverboy. Hij geeft zijn meisjes complimentjes, luistert naar ze, heeft aandacht voor hun problemen. Palmt ze in. ‘Ja, dat was wel een strategie’, zegt hij er zelf over. Verschil is dat loverboys hun slachtoffers voor zich laten werken, terwijl Frank zijn meisjes alleen gebruikt voor zijn eigen gerief.
Nee, zegt Frank, op het moment dat we aan de praat raakten via de chatsite wist hij natuurlijk nog niets over hun thuissituatie. ‘En eerlijk gezegd interesseerde die me ook niet. Ik wilde gewoon webcamseks. Ik ben heel egoïstisch geweest, maar ik was niet altijd bewust op zoek naar kwetsbare meisjes.’
U was er misschien niet expres naar op zoek, zegt de rechter, dat kan. ‘Maar bij meisjes die sterk in hun schoenen staan was het moeilijker geweest om ze te verleiden.’
Hij zegt dat hij spijt heeft
Als in mei 2013 Frank R. wordt aangehouden, lopen veel meisjes al jaren rond met een groot geheim. Ze zien het op het nieuws, herkennen de flat in Cuijk, horen dat er beeldmateriaal is aangetroffen. ‘Live’ beelden, maar ook filmpjes die R. stiekem opnam terwijl meisjes zichzelf betastten voor de webcam. Ze schrikken zich rot, zouden zij ook op filmpjes staan? En wat is er met die beelden gebeurd? Zijn ze verspreid? Wie hebben er allemaal naar gekeken?
Ze horen dat er meer meisjes waren, veel meer, dat de politie gaat proberen hen te identificeren, dat ze slachtoffers oproept naar voren te stappen, aangifte te doen. Uiteindelijk doen zestien meisjes dat. Zoals vaker bij zedenzaken – gemiddeld doet slechts twintig procent aangifte – zijn schuldgevoel en schaamte enorm. Want: ze hádden toch zelf hun kleren uitgetrokken voor de webcam? Zelf met Frank afgesproken? En in eerste instantie hádden ze het toch ook best spannend gevonden? Was het niet gewoon eigen schuld, dikke bult? Wie gaat ze geloven, wat voor verhaal hebben ze eigenlijk? En bovendien: zo’n aangifte heeft nogal wat voeten in de aarde – willen ze wel dat alles weer wordt opgerakeld?
En er is de loyaliteitskwestie. Want hoe dan ook – ze waren wél gek geweest op Frank R. Ook toen die niet de knappe jonge god bleek voor wie hij zich uitgaf. Ook toen hij dramde en zeurde en steeds perversere verzoekjes deed. Ook toen hij niet luisterde als een meisje iets niet wilde.
De rechter merkt op dat veel meisjes Frank ook nu nog in bescherming nemen. Daisy, die dertien was ten tijde van haar eerste ontmoeting met R, zegt: ‘Ik vond hem een lieve pedofiel, maar ook een vieze man. Hij wilde wel dat ik vieze dingen deed. Met de dildo deed pijn, maar dat deed hij niet expres.’
Sommige meisjes waren depressief geworden na het misbruik. Een meisje was bij een seksuoloog beland. Eentje was zichzelf gaan snijden. Eentje had bovenop hoge gebouwen gestaan. Een ander had er nóg moeite mee om in Roermond te komen, de stad waar het zich allemaal had afgespeeld. Weer eentje had een collega die hetzelfde luchtje droeg als Frank R. Ze werd er nog steeds misselijk van.
Van één meisje hadden de ouders al in 2009 aangifte gedaan, Franks adres was toen naar voren gekomen. Er was niets mee gebeurd.
Frank zegt dat het hem spijt. Dat hij niet heeft ingezien hoe groot de gevolgen zouden zijn. Hij zegt het, maar de rechters twijfelen of hij het wel meent. Volgens de gedragsdeskundigen heeft hij PDD-NOS, wat empathie lastig maakt, lijdt hij aan depressies, heeft hij een drankprobleem, lijdt hij aan pedofilie en parafilie en moet hij behandeld worden. Frank R. trok zich steeds verder terug, zeggen zij, en hij mist de sociale en communicatieve vaardigheden om grenzen te kunnen aangeven. Daardoor ging hij relaties met jonge meisjes als min of meer gelijkwaardig zien. Hij zégt wel dat hij spijt heeft, zeggen de deskundigen, maar dat is sociaal wenselijk, hij doorlééft het niet.
Ja, zegt zijn advocaat – Tjalling van der Goot, die ook Robert M. bijstond, zo lust ik er nog wel een paar. ‘Binnen zijn mogelijkheden doet mijn cliënt wat hij kan. Hij zegt hier dat hij spijt heeft, zegt het tegen de ouders, geeft toe dat hij de gevolgen niet eerder heeft ingezien. Dan krijgt hij het verwijt: je spijt is niet doorleefd genoeg. Als hij niets had gezegd, was het óók niet goed geweest.’
Van der Goot benadrukt dat hij niets aan de ernst van de zaak wil afdoen, maar hekelt wel de manier waarop het Openbaar Ministerie haar onder de aandacht bracht. En hoe de media zijn cliënt omschreven. En hij wijst erop dat er veel schakeringen van verkrachting zijn, variërend van de klassieke ‘mes op de keel’ tot iets dat begint als vrijwillig en gaandeweg grimmiger wordt.
‘Ik wil de zaak beslist niet kleiner maken dan ze is. Maar ook zeker niet groter.’
Nee, zegt Frank in zijn laatste woord: hij heeft er ‘niet zo veel’ aan toe te voegen. ‘Wel wil ik zeggen dat ik heel helder besef heb gekregen van wat ik heb aangericht. Ik ben er veel mee geconfronteerd en het heeft me vaak geraakt.’
Frank valt een moment stil.
Hij slikt – de eerste emotie die hij in deze dagen laat zien.
‘Ik kan daar alleen mijn excuses voor maken en proberen duidelijk te zijn dat ik wél meen wat ik zeg, ook naar de families toe.’
‘Meer kan ik er eigenlijk niet van maken.’
Om privacyredenen zijn sommige namen in dit artikel gefingeerd.
………..
Het relaas van Daisy en Carolien
Met een buik vol vlinders stapten ze in de trein naar Cuijk. Daisy vijf jaar geleden, toen ze dertien was, Carolien (toen veertien) een jaar later. Na maanden chatten en bellen zouden ze hem éindelijk zien: die aardige, superlieve jongen met dat luisterend oor en die duizenden complimenten. Die ze wel eens vroeg iets oneerbaars te doen voor de webcam, die soms belde voor het slapengaan, met die zoete, zalvende stem van hem. Op wie ze reddeloos verliefd waren geworden.
Als een ontmoeting ter sprake kwam, hield híj steeds de boot af. ‘Dan raakte ik in paniek’, zegt Carolien. ‘Ik wilde hem zien.’ Ik dacht dat we verkering hadden, zegt Daisy. ‘Ik wilde hem knuffelen.’
Achteraf zeggen ze: dat was een strategie van hem. Daisy: ‘Hij wist precies aan welke touwtjes hij moest trekken.’
Dat hij niet de knappe Tom van achttien was, maar de kale, pokdalige veertiger Frank, maakte toen ze hem zagen al lang niets meer uit, zegt Carolien. ‘Toen ging hij praten wist ik: dit is ‘m. Die stem. Ik zat achterop de fiets naar zijn huis, keek tegen zijn rug aan, hoorde die stem en ik was blij. Eindelijk, dacht ik. Eindelijk kan ik hem vasthouden.’
Ook Daisy schrok even. ‘Maar ons contact was mijn enige houvast. Dat wilde ik niet kwijtraken. En ik bleef maar denken: van binnen is hij die lieve, aardige jongen van de chat.’
‘Ik kon niet meer terug’, zegt Carolien. Ik wílde ook niet meer terug. Ik was gehersenspoeld.’
En zo kon het gebeuren dat ze alles voor hem deden.
Achttien zijn Daisy en Carolien nu: twee prachtige meiden met lang donker haar. Op die chatsites zat ‘van alles’, ook vage types met vieze praatjes – die kickten ze er meteen uit. Maar Tom was anders. Hij sprong er echt tussenuit, zegt Daisy. Carolien: ‘Hij had het ook wel over seks, maar op een grappige manier. Van hem kon ik het hebben.’
Hij gaf ze de egoboost die ze thuis niet kregen. ‘Alles wat je wil, als onzeker meisje van veertien’, zegt Carolien.
Daisy zag Frank één keer, een weekend. Carolien sprak vier keer met hem af. Daisy tegen haar: ‘Als ik in die tijd had geweten dat jij hem vaker had gezien dan ik, dan was ik echt jaloers geweest.’
Het is zo dubbel, zeggen ze, zoals alles in deze zaak. Vertelde Frank op de chat wat zijn eerdere vriendinnetjes allemaal wel en niet deden, dan zagen Daisy en Carolien dat als aanmoediging om vérder te gaan. Carolien: ‘ik dacht wel: die meiden zijn gek, maar tegelijkertijd wilde ik ook niet voor ze onderdoen.’
Manipulatie, zeggen ze nu.
Toen ze tijdens de rechtszaak hoorden dat Frank had verklaard dat juist zíj het belangrijkste voor hem waren geweest, vonden ze dat fijn. Daisy zegt: ‘Over de andere meisjes sprak hij alsof ze voorwerpen waren. Hij had mij altijd het gevoel gegeven dat ik speciaal voor hem was. Dat wás dus ook echt zo. Het is goed te weten dat mijn gevoel klopte.’ Carolien: ‘Het is heel gek, maar je wil tóch de belangrijkste zijn.’
Het misbruik liet sporen na. Daisy vond het lastig om een normale relatie te hebben – haar enige referentiekader was Frank. ‘Ik bleef aandacht zoeken van jongens, het voedde mijn eigenwaarde. Eigenlijk voelde ik me een vieze slet, maar ik wilde steeds horen dat ik mooi was. In relaties cijferde ik mezelf helemaal weg. Ik vond het moeilijk om trouw te zijn.’
De meisjes krijgen therapie, het gaat naar omstandigheden okay met ze. Beiden legden een slachtofferverklaring af tijdens de rechtszaak. Daisy: ‘Er zijn genoeg meisjes die geen aangifte doen, maar ik heb nooit getwijfeld: hoe meer aangiftes, hoe sterker de zaak. Door het niet te doen zou ik mezelf geen eer aandoen.’
Op 3 juli doet de rechtbank uitspraak. Carolien vindt de geëiste tien jaar acceptabel. Tbs vindt ze belangrijk. ‘Ik denk dat hij zijn fouten inziet. Ik denk ook dat er best wat aan te doen is. Daisy: ‘Als hij niet was opgepakt, was hij gewoon doorgegaan. Na alles wat hij met mij gedaan heeft, had ik er net zo goed niet meer kunnen zijn.’
Carolien: ‘Ik denk dat hij best een aardig persoon kan zijn. Je moet het goede in mensen blijven zien. Ik haat hem niet. Daar zou ik alleen mezelf mee hebben.’
Daisy noemde Frank in haar politieverklaring ‘een lieve pedofiel’. ‘Ik vind hem een gore lul, maar hij is géén slecht persoon. Want hij was wél aardig.’
………………….
Advies voor ouders
Grooming is: het leggen van contacten via internet met minderjarigen waarbij wordt aangestuurd op een ontmoeting om seks te hebben.
Een relatief gemakkelijk delict om te plegen, zegt Jos Dekker, chef zeden bij de politie Noord-Nederland. ‘Het kan gewoon vanuit huis. En mensen – meestal zijn het mannen – die in ‘de echte wereld’ moeilijk contacten leggen, voelen zich niet gehinderd, want je maakt gewoon een valse identiteit aan.’
Soms gebeurt dat op chatsites als www.solomio.nl, waar Frank R. vaste klant was, maar soms ook via spelletjes met een chatfunctie waar veel jonge kinderen zitten. ‘Op de een of andere manier ontstaat in de digitale wereld al snel een mate van vertrouwdheid. Sneller dan bij direct contact.’
Grofweg zijn er twee typen groomers, legt Dekker uit: een groep die met hagel schiet – heel veel meisjes tegelijk benaderen en kijken wie er toehapt – én er zijn groomers die, zoals Frank R, aan een relatie werken.
Alles wat vroeger in het fietsenhok gebeurde, gebeurt nu online, zegt Dekker – met als belangrijke verschillen dat je in het fietsenhok meteen wist wie je voor je had. En: wat daar gebeurde kon niet gemakkelijk stiekem worden vastgelegd en verspreid.
Generatiekloven zijn er altijd geweest, zegt hij. ‘Maar de virtuele wereld verandert zo snel, ouders kunnen het gewoon niet bijbenen. Ook binnen de politie is het gigantisch hard rennen om bij te blijven, er zijn continu bijscholingen. Heel eerlijk gezegd zou ik van mijn eigen kinderen ook niet durven zeggen dat ik weet wat ze online doen.’
Je kinderen waarschuwen voor vreemde mannen is lastig, want vreemde mannen doen alsof ze meisjes van dertien zijn, of Tom, of Nick. En wanneer ken of vertrouw je iemand? Na twee gesprekjes? De tijd van de computer in de woonkamer is voorbij – iedereen heeft een smartphone. Kinderen hebben nog niet het onderbuikgevoel dat volwassenen wel hebben, om aan te voelen: dit is niet in de haak. Wat kun je hier nu wél mee, als ouders?
Dekker: ‘Het klinkt als een dooddoener, maar blijf praten. Vraag je kinderen waar ze mee bezig zijn, welke spelletjes ze doen, waar ze het over hebben. Leg ze uit wat de gevaren zijn. Facebook is een mooie proeftuin: dat kennen de ouders ook, van daaruit kun je verder praten: als iemand je daar benadert die je niet leuk vindt, kun je hem weren, dat kan ook op andere sites.’
Om jongeren voor te lichten over de gevaren, begon de politie met de site www.vraaghetdepolitie.nl. Hier kunnen ze anoniem chatten met de zedenpolitie. Ouders en scholen kunnen verdere informatie vinden via www.ouders.nl.
In het algemeen: Oprecht geïnteresseerd zijn is belangrijk, zegt Dekker. ‘Niet te belerend. Niet oordelen of veroordelen. Dan is de slagingskans het grootst.’
…………
Het Saturnus-onderzoek
Frank R. werd op 19 mei vorig jaar bij Groningen opgepakt met een twaalfjarig meisje uit Middelstum in de auto. Bij een huiszoeking van zijn woning in Cuijk vond de recherche 26.694 filmpjes en 144.817 foto’s, waarvan in totaal 9889 met kinderpornografisch materiaal. Ook vond ze een grote hoeveelheid chatgesprekken. Een grootscheeps onderzoek volgde, dat de naam ‘Saturnus’ kreeg. Later werd in de auto waarin Frank R. was aangehouden een camera gevonden met nog meer beelden. Ook vond de recherche op R’s aanwijzing nog meer beeldmateriaal in de woning – verstopt, achter een schot.
In totaal zijn op de beelden ongeveer driehonderd meisjes, en ook enkele jongens, te zien. Het lukte de politie om zo’n honderd van hen te identificeren en te benaderen. De kinderen komen uit het hele land. Zestien meisjes deden aangifte tegen Frank R. Tijdens de rechtszaak werden hem 21 feiten ten laste gelegd: onder meer verkrachting, onttrekking aan het gezag en het maken van kinderporno. In elf gevallen kwam het tot fysiek misbruik.
Frank R. zat in eerste instantie in de gevangenis in Ter Apel, waar hij het naar eigen zeggen wel naar zijn zin had. Toen zijn zaak in het nieuws kwam en hij zijn anonimiteit verloor, werd hij overgeplaatst naar penitentiaire inrichting de Marwei in Leeuwarden. Daar komt hij nauwelijks zijn cel uit: hij doet niet mee aan sporten of werken, slaat het luchten vaak over. Uit zelfbescherming, zegt hij.
De mannen met wie Frank chatte over zijn veroveringen, zijn gescreend, laat woordvoerster Melanie Kompier van het OM desgevraagd weten. ‘Het ging om twee chatcontacten, van wie er eentje getraceerd is. Uit onderzoek bleek dat deze persoon geen strafbare feiten pleegde. Ook bleek hij niet samen met Frank R. in een georganiseerd netwerk te opereren. De andere persoon hebben we niet kunnen achterhalen.’
…………
Geen plek voor Frank R.
Geen van de vier FPK’s, de Forensisch Psychiatrische Klinieken in Nederland, zien kans om Frank R. op te nemen voor behandeling, zo werd bekend tijdens de zitting. Ze vinden dat ze niet zijn ingericht om iemand met een complexe en problematische diagnose lang en intensief te behandelen.
Van deze vier klinieken zou volgens raadsman Tjalling van der Goot überhaupt alleen die in Assen in beeld zijn voor Frank R., omdat die als enige een gespecialiseerd zedenprogramma heeft.
Woordvoerster Jolanda Ubels van de FPK Assen wil er tegen Vrij Nederland weinig over kwijt. Zij laat weten dat haar kliniek in een vroeg stadium gevraagd is om advies is geven, en dit ook heeft gedaan. ‘Het gaat er niet om dat we niet kúnnen. Het gaat erom: wat is het beste voor deze man?’
Uit een brief die de FPK aan de rechtbank stuurde, blijkt dat de kliniek twijfelt of Frank R. wel zal meewerken aan een behandeling, én, áls hij dat dan doet, of die behandeling wel effect zal hebben. Bovendien, ervan uitgaande dat R. niet meewerkt – wat is wijsheid? Tbs met voorwaarden is dan zinloos, omdat R. waarschijnlijk delictgevaarlijk zal blijven. De FPK schrijft: ‘Het dilemma is: of we laten hem gaan, of we houden hem heel lang opgesloten – in beide gevallen zonder effectieve behandeling.’
‘Ik lees woorden als ‘moeizaam’, ‘gering’ en ‘hoogstwaarschijnlijk’’, zegt raadsman Van der Goot die de FPK Assen er in de rechtszaal flink van langs gaf en sprak over koudwatervrees. ‘Niet heel stellig allemaal. Natúúrlijk zal het moeizaam zijn om hem te behandelen. Maar: als het niet moeizaam was, hoefde hij überhaupt niet te worden opgenomen.’
De illustraties bij dit artikel zijn gemaakt door Zenk One.