Trouw, 14 april 2016
“Wij komen u bedanken voor de fiets.” “Pardon?” Verrek, Mineke Spencer-Koeslag zegt het echt, de 63-jarige dame die in 2001 met haar broers en zussen voor de neus van Nico Vanderveen in Assen staat. Ze woont dan al 53 jaar in Canada en spreekt nog een paar woordjes Nederlands. Maar hoezo? Welke fiets? Een paar minuten later is de vrouw in tranen.
Als gisteren 71 jaar geleden Assen niet was bevrijd, zou vandaag 71 jaar geleden hun vader, die in de Asser gevangenis zat, zijn geëxecuteerd. Albert Jan Koeslag was in november 1944 opgepakt. Op zijn boerderij in Laren hielp hij stiekem onderduikers en gewonde Engelse piloten – op dat laatste stond de doodstraf, en Koeslag zou zaterdag 14 april aan de beurt zijn.
Maar de Geallieerden kwamen net op tijd, en zo ontsnapte Koeslag op het nippertje aan de dood, vertelt zijn dochter aan tafel in Vanderveens warenhuis in Assen, terwijl de tranen over haar wangen rollen. En het was de opa van Vanderveen aan wie hij de hereniging met zijn gezin dankte. Opa had nog wel twee fietsen in de schuur staan. Eentje was voor Koeslag, de andere voor een medevrijgelatene.
Mineke weet het nog precies, ze was acht en speelde buiten met haar zusje. Ze hadden geen idee of hun vader nog leefde, en zo ja, waar hij was, en ineens… daar, op die fiets, hee, dat zal toch niet waar zijn?
De meisjes renden naar binnen. “Moetje! Moetje! Vader is terug!”
“Hij was mager, zijn gezicht was smaller geworden. Maar ik herkende hem meteen.”
Drie jaar na de oorlog emigreerde het gezin Koeslag naar Canada, en Albert schreef zijn memoires op, in regelmatige krullerige pennenstreken. Hij schrijft over ‘de familie Vanderveen uit de Kruisstraat, waar we goed onthaald werden’, en over de fiets.
“Dan kinderen, kunt ge voorstellen de thuiskomst, na zoo langen tijd van gevangenschap en oorlogsgevaar.”
In 1985 stierf hij, en nooit vergaten zijn dertien kinderen de verhalen die vader Koeslag vertelde over de oorlog, over Assen en de wonderlijke hereniging met zijn gezin. En toen Mineke en haar man Bill in 2001 in Laren op vakantie waren bij haar broer, stelde die voor om naast de geijkte bezoekjes aan Keukenhof en Afsluitdijk ook de voetsporen van vader te na te gaan. “And that is how we got to Assen”, vertelt Mineke.
Een rondleiding door het Huis van Bewaring zat er niet in, maar ze bekeken de buitenkant, het pleintje waar hun vader zijn vrijheid tegemoet strompelde, verdwaasd en vol ongeloof, knipperend met de ogen tegen het felle daglicht, zijn bajeskloffie nog aan. En ze wilden op zoek naar de familie Vanderveen aan de Kruisstraat – en zo zaten ze ineens aan de koffie in het warenhuis, met de kleinzoon van de man die hun vader een fiets leende en zijn thuiskomst mogelijk maakte.
Nico Vanderveen was stomverbaasd. Nooit had hij zijn opa gehoord over de fiets. Maar ja, is dat gek? “Hij heeft ze die fietsen gegeven en ze zijn vertrokken, dat was het, het is niet alsof ze hier nog maanden hebben gewoond.”
De bijzondere ontmoeting in 2001 was het begin van een warm contact, vertelt Vanderveen op kantoor in het warenhuis – nog altijd op dezelfde plek als toen, inmiddels fors uitgebreid, en eenmaal terug in Canada stuurde Mineke hem de memoires van haar vader. Geregeld gaan er mails heen en weer tussen Assen en British Columbia. Jaren geleden belandde een neef van de Asser ondernemer na wat omzwervingen in Canada zonder een plek om te slapen. Ik ken wel iemand, zei oom Nico, en hup, de neef bivakkeerde een paar maanden bij de Spencers.
Zo zie je maar weer, zegt Vanderveen over de goede daad van zijn opa: je helpt iemand, en het is een heel kleine moeite, maar de gevolgen kunnen enorm zijn, daar heb je soms geen idee van.
“Wij konden het zelf haast niet geloven”, schreef de vrijgelaten verzetsstrijder erover in zijn memoires. “Na zooveel gevaar weer gezond en wel bij elkander. Wat een reden tot danken… De Heere heeft onze gebeden verhoord en ons voor elkander gespaard.”
De foto van Albert Jan Koeslag is aangeleverd door zijn dochter Mineke.