Trouw, 17 januari 2015
Het leek zo’n goed idee. Elke dag een foto maken van iets waar ik blij van werd en al die foto’s online klappen. Ik begon enthousiast.
De eerste was er een van mijn tuin: paarse bloemetjes in de zon. Soms was het een mooie zonsondergang. Dan weer een copieuze maaltijd, nieuwe gympies of een spontaan drankje op een zonnig terras. Alles kwam op Instagram en werd doorgelinkt naar Facebook en Twitter. Hashtag #hierwordikblijvan. Reacties stroomden binnen. Mensen jubelden dat ze er vrolijk van werden.
Maar. Het werd een verplichting. En als ik ergens niet blij van word, zijn het verplichtingen.
Kom op, dacht ik nog. Stel je niet aan. De blogs en tijdschriften zeggen dat je jezelf moet dwingen om over klein geluk na te denken. Omdat er altijd wel een lichtpuntje is, ergens. Ook al is het maar een goed gelukte cappuccino.
Ik zette nog even door. Sprak mezelf streng toe. Blij zijn, kreng. Maar met het verstrijken der maanden werden mijn pogingen desperater. Op sommige dagen was er zo veel blijs dat ik baalde dat ik maar één foto per dag kon. Maar vaak, heel vaak was het een queeste van Heraklische proporties om iets te verzinnen. Weer de tuin, nu maar eens van de andere kant. Wéér een kopje thee.
Ik stopte.
Chagrijnig worden van #hierwordikblijvan, dat kon niet de bedoeling zijn. Elke keer als ik de foto’s van mijn blog nu, maanden later, weer bekijk, denk ik bij elk kopje thee: o ja, dat was een rotdag.
Geloof me. Ik geloof in genieten. En in lichtpuntjes. Heus. En dat veel narigheden nieuwe kansen opleveren wil ik ook nog wel knarsetandend soortvan omarmen. En ik weiger me te laten kisten, daarvoor ben ik veel te gevoelig voor dit soort projectjes. Daarom staat de happiness jar ongeduldig te pronken op mijn eettafel. Uitdaging van schrijfster Elizabeth Gilbert. Het idee is dat je aan het eind van het jaar de pot openmaakt, al die briefjes met mooie momenten terugleest en ziet dat het best een aardig jaar was.
Ik ben, uiteraard, vol goede moed begonnen. Maar wel met een aanpassing – no way dat ik mezelf weer elke dag ga pijnigen. Als zich iets moois aandient, komt het in de pot. Maar ik hoef niet meer elke dag dat pistool van de positivo-politie tegen mijn hoofd aan. Ik ben benieuwd of deze ongedwongenere variant van geluksmomenten verzamelen wél werkt. En stiekem vind ik het mooi dat aan de pot geen blog vasthangt. Zou ik andere momenten bewaren dan ik gedaan zou hebben als ik wél alles zou delen met de wereld?
Och, geluk, en andere ongemakken. Boeken zijn erover volgeschreven, en ik verslind ze alsof het M&M’s zijn. Hoe en waar je dat geluk moet vinden, daar zijn de meningen over verdeeld. En blijkbaar werkt niet elke manier voor iedereen. En komt het nogal nauw: met een verkeerde timing of ongelukkige woordkeus kan al dat opdringgeluk juist leiden tot stikchagrijn.
Neem de ‘alles is goed zoals het is’-beweging. Die vindt dat je dankbaar moet zijn met wat er op je pad komt. En stiekem ben ik heus een beetje jaloers op mensen die perfect geaard en met evenwichtig uitgelijnde chakra’s op blote voeten door het leven biodanzaën met zo’n serene glimlach op hun gezicht. Want wat moet het heerlijk zijn, altijd blij met wat je hebt. Maar mijn innerlijke moppersmurf tettert: als je altijd tevreden bent kom je toch nooit een stap verder? Zonder ontevredenheid zouden we toch nog steeds in grotten wonen?
Lijnrecht daartegenover staat The Secret, een jaar of wat geleden ineens het antwoord op alle grote levensvragen. Als je maar hard genoeg je best doet, écht wil, krijg je alles wat je hartje begeert. Oprah Winfrey ambassadeerde de ‘Secret-movement’ met passie. Want! Zij was ooit een arm zwart meisje uit de ghetto! En ze had een heel sneu leven! Met misbruik en alles! En kijk haar nu!
Sorry, denk ik dan, wil je dat even tegen mijn vriendin zeggen die haar kindje verloor? Dat ze gewoon niet hard genoeg wilde?
Veel dingen zijn maakbaar, meer dan we denken. Maar sommige dingen niet. En ik begrijp heus het idee dat je in elke situatie moet zoeken naar het lichtpuntje binnen al je beperkingen. En ik geloof daar ook in. En ik probeer dat ook. Maar soms is gewoon de hele wereld stom en oneerlijk en gemeen.
Omdat boeken en blogs niet genoeg waren, kwamen de borden. De houten borden met spreuken en geboden in de trant van ‘Zeg sorry en vergeef snel’. Of met dat je van fronsen meer rimpels krijgt dan van glimlachen. Heel even vond ik ze nog best charmant, en sommige teksten zijn heus raak, maar toen werkelijk iedereen zijn huis volhing en je geen woonblad meer kon openslaan zonder ermee om de oren te worden geslagen, ging iets in dat door de woonwinkels gedicteerde opdringgeluk me tegenstaan. Net als die letters waarmee je woorden als HOME, LOVE en FAMILY kunt maken. Laatst kon ik me niet inhouden in de bouwmarkt. Ik wilde BOUWMARKTEN ZIJN STOM scrabbelen, maar de kast was daar niet groot genoeg voor. Ik moest me beperken – maar van FUCK werd mijn innerlijke puber ook al heel blij.
Rob Koops snapt mijn blogbalerij. Sterker: hij moest zelf flink slikken toen het boek dat hij over geluk schreef hem niet gelukkig maakte. In september verscheen Ulftingenwest, de ongelukkigste gemeente van Nederland. Koops ging samen met kompaan Luc de Graaf naar de fictieve gemeente Ulftingenwest, om uit te zoeken waarom de mensen daar zo ongelukkig zijn. Op hun roadtrip ontmoetten ze wonderlijke personages, die allemaal hun verhaal vertellen. Boomknuffelaar José bijvoorbeeld, of de chagrijnige barjuffrouw Els, allemaal typetjes staan ook op de foto – de schrijvers zelf die los zijn gegaan in de verkleedkist. Tussen de hilarische avonturen door staan praktische tips, die zo verpakt zijn dat je amper doorhebt dat je ze krijgt toegediend. Want ook zware onderwerpen zoals geluk en onheil kun je best aanpakken met een knipoog, zo blijkt – een verademing na het getsjakka van de posi-fundamentalisten en de hoogdraverij van de zweefkoningen. Koops: ‘‘We wilden op het snijvlak van serieus en humor gaan zitten. Omdat het hele leven zich ook op dat snijvlak afspeelt.’’
Precies die aanpak keerde zich tegen hem. Want het boek past niet in een hokje, en daardoor snapt niet iedereen het. ‘‘Mensen willen blijkbaar toch meer duidelijkheid: een boek dat heet ‘Stoppen met roken’ gaat over stoppen met roken. Wij hebben heel veel open gelaten. Bestaat die gemeente nou wel of niet? Je weet het niet.’’
Hij hoopte dat het een megasucces zou worden, en dat dát hem dan gelukkig zou maken. ‘‘Hoe paradoxaal’’, lacht hij. ‘‘Zo zie je maar weer dat je de wens om geluk moet loslaten. En erop moet vertrouwen dat het wel goed komt.’’
Zelf noteert Koops elke avond een geluksmoment in een boekje. Maar hij slaat ook wel eens een paar dagen over. ‘‘En dan ben ik niet boos op mezelf. Als het moeten wordt, werkt het niet.’’
Dat weet ook Janne Willems. Zij begon jaren geleden alle mooie dingen op te schrijven die ze meemaakte. Toen haar moeder ernstig ziek werd en overleed, schreef ze drie boeken vol in vijf weken, op de dag van haar crematie noteerde ze meer mooie momenten dan ooit. ‘‘Het werd nooit krampachtig, nooit een moeten. Maar: in periodes dat ik meer schreef, zat ik ook echt beter in mijn vel. En tijdens mijn moeders ziekte en na haar overlijden hebben de dagboeken me er echt doorheen getrokken.’’
Het smaakte naar meer. Willems ging reizen, op zoek naar mooie momenten, eerst in Nederland, ze deelde kaarten uit in de trein en vroeg haar medereizigers een geluksmoment te tekenen. ‘‘Niet alleen vrolijkten mensen op, maar ze gingen ook weer met elkaar práten. Zo bijzonder.’’ Binnen tweeëneenhalf jaar had ze vierduizend mooie momenten verzameld op haar site www.seizeyourmoments.com.
Ze zegde haar baan op en ging op reis met een koffer vol stiften en blanco kaarten. Haar missie: duizend mooie momenten per werelddeel. En die dan bundelen in een boek.
Zestien maanden reisde ze door Europa, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland, ze stelde mensen die ze ontmoette steeds dezelfde vraag: wil je een moment terughalen en dat voor me tekenen? Ze ontdekte opvallende verschillen. Zo zijn Nederlanders de enigen die complimenten tekenen. Misschien wel omdat ‘wij’ daar niet zo scheutig mee zijn, dat ze daarom veel betekenen. In Singapore worden veel mensen blij van familiediners. Een Nepalees die een kuise kus tekende werd veel te expliciet gevonden, terwijl elders weer zonder blikken of blozen full frontal sex werd opgetekend. En in elk land weer was het even uitproberen hoe je mensen het beste kon benaderen.
Ze koos bewust voor tekenen. Schrijven kan bijna niet zonder analyseren, en ze wilde haar momenten puur, zonder oordeel. ‘‘Tekenen dwingt je om stil te staan bij het moment. Om moeite te doen. Ook moet je een beroep doen op je zintuigen. Hoe voelde het? Hoe rook het kopje thee? Je bent het geluksmoment veel meer aan het herbeleven.’’
Wat wél overal hetzelfde is: de mooie gesprekken en soms ontroerende ervaringen die Willems’ vraag uitlokt. De lijst anekdotes is eindeloos. Zo ontmoette ze in Nieuw-Zeeland een goudzoeker die bijna dertig jaar geen contact met zijn dochter had gehad. De man tekende zichzelf bij een vuurtje, terwijl hij een vaderdagkaart zat te lezen die hij kort daarvoor van diezelfde dochter had gekregen. Met tranen in zijn ogen gaf hij Janne de aangebrande kippensoep die hij zelf had gemaakt. En hij bedankte haar, dánk je, dat je naar me luistert, dat je me helpt deze herinnering opnieuw te voelen.
Zeveneneenhalfduizend mooie momenten heeft ze inmiddels verzameld. Eerst wil ze hier een boek van maken, daarna gaat ze weer op weg, naar de continenten die ze nog niet heeft gehad. ‘‘Of niet. En dan is het ook goed. Want als het een moeten wordt, schiet het zijn doel voorbij.’’
Joh. Vertel mij wat.
Zo, ga ik nu even Janne en Rob in een potje stoppen. #hierwordikblijvan